Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
510072
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82816/135
Kadastrale aanduiding
Haarlemmermeer AC 1585
Spieringweg 510, 2141 EB te Vijfhuizen

Omschrijving

Inleiding

Vrijstaand STATIONSGEBOUW uit 1911-1912, behorend bij de voormalige Haarlemmermeer-spoorlijnen. De spoorlijnen werden aangelegd tussen 1900 en 1915 door de Hollandsche Electrische Spoorweg-maatschappij (HESM). In 1912 werd het baanvak Haarlem-Vijfhuizen-Hoofddorp-Leiden in exploitatie genomen. In opdracht van de HESM was een stationsgebouw ontworpen, dat op diverse plaatsen werd uitgevoerd. Op enkele plaatsen werd het basisontwerp aangepast (Oude Wetering, Leimuiden, Amstelveen, Aarlanderveen, Nieuw-Vennep). Het stationsgebouw van Vijfhuizen werd net als de stations van Hoofddorp en Vinkeveen uitgevoerd volgens het basisontwerp. Het station is gesitueerd op de voormalige noord-zuidgerichte spoordijk. In oorsprong bevatte het station een bagagedepot (zuid), de entree met loketten (midden), een wachtkamer (noord) en op de gehele eerste verdieping bevond zich de woning voor de stationswachter. Tegenwoordig (1995) is het hele stationsgebouw in gebruik als woonhuis. Van het vroegere spoorwegemplacement zijn elementen als spoor of perron niet meer in het landschap herkenbaar; de spoordijk zelf is wel gehandhaafd. Iets ten zuiden van het stationsgebouw ligt een bijbehorende dubbele dienstwoning die niet onder de bescherming valt, omdat deze teveel door verbouwingen is aangetast.

Omschrijving

Vrijstaand stationsgebouw op rechthoekig grondplan, bestaande uit twee bouwlagen onder een zadeldak, gedekt met rode kruispannen. De noklijn is noord-zuidgericht en loopt evenwijdig aan de spoordijk. Het dak wordt op vier plaatsen doorsneden door een rechthoekige bakstenen schoorsteen, waarvan de twee noordelijke opnieuw opgemetseld zijn. In het dak zijn twee houten dakkapellen onder ingestoken zadeldak aangebracht, die elk een dubbel drieruitsdraaivenster bevatten. Het pand is opgetrokken in wit gesauste, deels wit gepleisterde, baksteen, gemetseld in kruisverband. Geglazuurde baksteen is toegepast voor de afzaat boven de plint en voor de speklagen ter hoogte van de onder- en boven- en middendorpels van de vensters. Hardsteen is toegepast voor de toegangstreden, onderdorpels van de vensters en voor de aanzetstenen van de segmentbogen. Tenzij anders vermeld, bevatten alle vensters in oorsprong een rechthoekig houten T-venster met drieruits-bovenlicht, een gemetselde ontlastingsboog en in het boogveld geglazuurde tegeltjes met figuratieve voorstellingen. De voorstellingen refereren aan de spoorwegen (vliegend wiel) en het Hollands landschap (polderland met akkers, weiden, koeien en wolkenluchten).

De voorgevel (O) heeft een breedte van vijf vensterassen. Het linkergeveldeel (in oorsprong de entree met loketten) risaleert enigszins. Op de begane grond bevat het risalerende gedeelte drie vensterassen, waarvan er twee een venster bevatten en de middelste de entree, bestaande uit een dubbele paneeldeur met een zesruits-bovenlicht. Op de eerste verdieping bevat het risalerende geveldeel twee vensterassen. Het rechtergeveldeel (in oorsprong de wachtkamer) bevat op de begane grond twee vensterassen en op de eerste verdieping drie vensterassen, alle met een T-venster. De gevel wordt afgesloten door een geprofileerde houten gootlijst op consoles. Links van de voorgevel bevindt zich een uitbouw (in oorsprong het bagagedepot) van één bouwlaag onder ingestoken schilddak met een keramische piron op de nokhoek. De uitbouw bevat aan de oostzijde een dubbele paneeldeur met een zesruits-bovenlicht.

De linkerzijgevel (Z) heeft op de begane grond de zuidelijke kopgevel van de rechthoekige uitbouw die blind is. In de kapverdieping bevinden zich twee kleine schuifvensters, elk met een tweeruits-bovenlicht, gekoppeld door één segmentboog. De gevel wordt afgesloten door een chaletachtig dakoverstek op consoles, gevulde top en rechte windveren.

De achtergevel (W), de voormalige perronzijde, heeft op de begane grond een breedte van vier vensterassen, waarvan de twee middelste een venster bevatten en de twee buitenste een dubbele paneeldeur met meerruits-bovenlicht. De linker dubbele paneeldeur was de verbinding tussen wachtkamer en perron, de rechter dubbele paneeldeur was de verbinding tussen de lokketruimte en het perron. Op de middenas, tussen de begane grond en eerste verdieping, bevindt zich een rechthoekig tegeltableau met daarop aangebracht de stationsnaam "VIJFHUIZEN". De eerste verdieping heeft een breedte van drie vensterassen. De twee buitenste assen bevatten in oorsprong beide een dubbel schuifvenster met drieruits-bovenlichten, de middelste vensteras bevat een smal schuifvenster met tweeruits-bovenlicht. Rechts van de achtergevel bevindt zich de westelijke gevel van het voormalige bagagedepot die een dubbele paneeldeur met zesruits-bovenlicht bevat.

De rechterzijgevel (N) heeft op de begane grond geen vensters, op de eerste verdieping één venster. Voorts heeft de gevel een zelfde opbouw en afsluiting als de linkerzijgevel.

Het interieur is nog gedeeltelijk intact en bevat onder andere nog de oorspronkelijke hal met tegelvloer, hardstenen stootrand onderaan de plint, een lambrisering van geglazuurde tegels in diverse tinten en de houten lokettenwand. Voorts zijn de originele schuifwand tussen de hal en het bagagedepot en het doorgeefluik tussen loketruimte en bagagedepot nog aanwezig; beide voorzien van glazen panelen, gevat in houten stijl- en regelwerk. Tevens zijn nog enkele originele paneeldeuren in het interieur aanwezig.

Waardering

Het stationsgebouw is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van stationsarchitectuur uit de eerste decennia van de 20ste eeuw op het Noordhollandse platteland, gebouwd in een traditionalistische bouwtrant met rijke en nog zeer gave detailleringen.

Daarnaast is het pand van belang uit sociaal-historisch oogpunt als kenmerkend element uit de ontwikkeling van de spoorwegarchitectuur op het Noordhollandse platteland tussen 1900 en 1930, in casu de ontwikkeling van de Haarlemmermeerspoorlijnen.

Tevens heeft het stationsgebouw situationele waarde door de beeldbepalende ligging op de relatief hoge spoordijk in het vlakke, laaggelegen polderland van de Haarlemmermeerpolder.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Transport Stationsgebouw

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1912
1912
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Rationalisme
invloeden