Complexgegevens

Complexnummer
528392

Omschrijving

Complexomschrijving van de historische buitenplaats Ter Leede. zie ook monumentnummer 528400.

In structuur en deels in detail vrij gaaf bewaarde historische buitenplaats, bestaande uit het HOOFDGEBOUW TER LEEDE (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), BOERDERIJ (3), STALGEBOUW (4), ENSEMBLE VAN ORANJERIE (5A) EN MOESTUINMUUR (5B) en TOEGANGSHEK (6).

De historische buitenplaats Ter Leede bestaat uit een park in late landschapsstijl met oude laanbomen, open ruimtes en zichtassen over het aangrenzende polderland. In het park bevindt zich een in oorsprong 17de-eeuws, maar in 1861 aangepast hoofdgebouw, alsmede twee agrarische bijgebouwen en een oranjerie. Aan het begin van de oprijlaan staat een toegangshek. Aan de zuidkant van het terrein loopt vanaf de oranjerie een tuinmuur.

De historische buitenplaats Ter Leede ligt aan de binnenduinrand, op de overgang van het duinlandschap naar het veenlandschap. Ter Leede ligt op een strandwal. De hoog gelegen strandwallen waren van ouds als akkerland in gebruik. De laag gelegen venige strandvlakten werden als graslanden gebruikt. Tussen de akkerlanden en de graslanden lagen wegen waaraan boerderijen stonden. Een deel van die boerderijen groeide later uit tot een buitenplaats. Van der Aa meldt in 1847: 'Men treft er [in Sassenheim] mede heerlijke buitenplaatsen en zeer schoone boerenwoningen...'. Hij noemt de buitenplaatsen niet met name, maar het betrof, afgezien van Ter Leede, het buiten Sassigt (ook huys te Nieuburgh of het Oude Koningshuis genoemd), Wilt Ryk, Klinkenberg, het huis Ter Wegen, Teylingen, Berg en Daal en Schravendam.

De oudste vermelding van een huis ter plaatse van Ter Leede dat ook als ridderhofstad te boek stond, dateert van 1322. Op 7 mei 1322 draagt Dirk van Sassenheim op aan graaf Willem III 'sine woninghe met vierdalf morghen ghestlands, daer die woninghe op staet te Sassenhen, ende dertienhalf morghen broeclands die an die zelve woninghe legghen'. Over het algemeen wordt aangenomen dat de 'woninghe' bij de Hoekse en Kabeljauwse twisten tijdens het beleg van Leiden in 1420 afgebrand, dan wel gesloopt is. Over het uiterlijk is niets naders bekend. Het land met de naam: 'die Oude Hofstede van Zassenem' wordt in 1421 verkocht aan het klooster Engelendaal te Leiderdorp. Er wordt een hofstede gebouwd.

In het derde kwart van de 17de eeuw is aan de hofstede een herenhuis aan het riviertje de Leede gebouwd dat de naam Ter Leede krijgt. Geometrische tuinen met hoge heggen werden ter zijde van het huis aangelegd. Uit een boedelbeschrijving van 1712 blijkt de omvang: 'een Hoffsteede met zijn HeerschapsHuysinge, koets- en wagenhuys en verdere landerijen, groot omtrent 22 morgen, genaemt het Huys ter Leede, met zijn Laen ende 6 rijen boomen beplant en sterrebosch daer nevens met zijn boom-gaert en warmoestuyn aan de Leede'. Op een gravure van Rademaker uit 1732 ziet men een blokvormig gebouw, bestaande uit een onderverdieping, bel-etage, tweede verdieping en kap. De afgebeelde linkerzijgevel (noord) heeft kruisvensters op de bel-etage en de verdieping. Op de daknok staan twee schoorstenen. Daar vóór ligt een parterre de broderie omzoomd door buxusbollen en obelisken op de hoeken.

Van 1746 dagtekent een kaart waarop het huis met een gracht omgeven blijkt te zijn en een lange in westelijke richting lopende oprijlaan bezit. Het in de boedelbeschrijving van 1712 genoemde sterrenbos blijkt ten westen van het huis, de boomgaard en de moestuin ten noorden en oosten van het huis, aan de Leede, te liggen. Wanneer het bezit in 1807 wordt verkocht is er sprake van 'Het huis met ruim 24 morgen en een overbos van 5 morgen, twee boerderijen, 'De Stolp' met 34 en de andere met 36 morgen...'.

Op de kadastrale minuut van 1819 is de omvang van de buitenplaats vanaf de rivier tot aan de noordoost-zuidwest lopende straatweg (Heerwegh) ten westen daarvan. Tussen de buitenplaats en de straatweg bevindt zich een parallelle noordoost-zuidwest lopende laan. Tussen de beide lanen is bos aangeplant waarin zich open stukken met bouwland bevinden. Door het bos loopt een lange gebogen allee van oost naar west die de verbinding vormt tussen de beide lanen. Ten zuiden van de allee is een ovale vijverpartij zichtbaar. Na de parallelle laan splitst de allee zich en voert naar het stalgebouw enerzijds en langs het hoofdgebouw met aangebouwde boerderij anderzijds. De oude rechte (17de-eeuwse?) oprijlaan is ten zuiden daarvan gemarkeerd. Op het kruispunt van de gebogen allee en de Heerwegh ligt een kleine dienstwoning: de portierswoning. Het huis en de hofstede zijn aaneen gebouwd. Daarachter is een hooiberg weergegeven. Ten zuiden van het complex liggen een haakvormig bijgebouw (stalgebouw) en een kleine opstal: de oranjerie. De gebouwen liggen temidden van weilanden, moestuinen, boomgaarden en bosjes. Ten noorden en oosten is de huisplaats door water begrensd. Aan de zuidkant is nog een klein restant van de voormalige omgrachting over. Op de Oorspronkelijk Aaanwijzende Tafel (OAT) wordt het 'vijver' genoemd.

De situatie van de kadastrale minuut zou in de 19de eeuw heel weinig veranderen. Alleen het huis met boerderij had een forse verandering ondergaan. In 1861 waren het huis en het voorste deel van de boerderij voor een groot deel door brand verwoest. Het huis werd direct daarna, met gebruikmaking van kelders en oud muurwerk, herbouwd in een voor die tijd kenmerkende stijl: het eclecticisme. De boerderij werd wat ingekort en de nieuwe voorgevel werd in eclectische vormen, passend bij het hoofdgebouw, gedecoreerd.

Aan het begin van de 20ste eeuw vinden er op het terrein ingrijpende wijzigingen plaats. De formele toegangslaan was al aan het eind van de 19de eeuw verdwenen. Er werd een landschappelijke vijverpartij aangelegd, waartoe een sloot in het noordoostelijke deel van de plaats werd vergraven. De voormalige nutsgronden in de noordoosthoek (weiland, boomgaard en moestuin) zijn onderdeel van een landschappelijke aanleg geworden.

In 1929 wordt het grootste deel van het bezit aan een exploitatiemaatschappij verkocht, die in het voormalige parkbos en langs de oprijlaan huizen bouwde. Het overgebleven landschappelijk aangelegd gedeelte bleef park, maar werd steeds meer door bebouwing ingesloten. Alleen het weidelandschap ten noordoosten en ten oosten van Ter Leede is nog open. Na de Tweede Wereldoorlog is de dienstwoning aan de voormalige Heerwegh (thans Van Pallandtlaan) gesloopt. In 1975 werd een bungalow op het terrein achter het huis en de boerderij bijgebouwd. Deze valt buiten de bescherming. De oranjerie en het stalgebouw kregen een woonbestemming.

Waardering

De historische buitenplaats Ter Leede is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch en landschappelijk belang:

- wegens de ouderdom;

- als uitdrukking van een regionale ontwikkeling;

- wegens de cultuurhistorische waarde van het hoofdgebouw;

- wegens de aanwezigheid van een landschappelijke aanleg;

- wegens de combinatie van nut (agrarisch) en sier (park)elementen;

- wegens de onderlinge samenhang van de bebouwing en het park;

- wegens de samenhang met het omringende polderlandschap.