Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
46925
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82717/188
Kadastrale aanduiding
Tilburg N 12367
Tilburg N 17419
Tilburg N 7661
Goirkestraat 88, 5046 GN te Tilburg
Goirkestraat 90, 5046 GN te Tilburg
Goirkestraat 92, 5046 GN te Tilburg
Goirkestraat 94, 5046 GN te Tilburg
Goirkestraat 96, 5046 GN te Tilburg

Omschrijving

Voormalig fabriekscomplex van voorheen de N.V. Wollenstoffenfabriek C. Mommers & Co en anderen; een voor de 19e- en 20e-eeuwse ontwikkeling van de Tilburgse textielnijverheid kenmerkend en gaaf fabriekscomplex, dat tesamen met de omringende bebouwing een nog gaaf en voor de 19e- en 20e-eeuwse textielstad Tilburg specifiek industrieel landschap vormt. Op het fabrieksterrein waren achtereenvolgens/gelijktijdig gevestigd de firma A. Pessers Azn. (1857-1922), de N.V. Wollenstoffenfabriek C. Mommers & Co (1861-1951), de N.V. Wollenstoffenfabriek George Droge (1922-1978), de N.V. Wollenstoffenfabriek Brouwers van Glabbeek (1951-1963) en tenslotte de in steeds grotere N.V.'s opgaande firma M. van Beurden van Moll (1964-1980).

De afzonderlijke gebouwen, aangegeven op bijgevoegde kaart, kunnen als volgt worden omschreven:

- Het in 1885 en 1894 in opdracht van C. Mommers gebouwde, in schoon metselwerk opgetrokken, 18 vensterassen lange fabrieksgebouw (1A en 1B) van 3,5 bouwlaag onder met blauwe Hollandse pannen gedekt zadeldak tussen puntgevels. De lange gevels hebben op de begane grond 6-ruits rondboogvensters en enige deuren, op de 1e en 2e verdieping getoogde 6-ruits vensters en op de 3e verdieping lage getoogde 8-ruits vensters; zij zijn geleed door (hoek)pilasters, die om de twee vensterassen zijn aangebracht en aan de bovenzijde zijn verbonden door een uitkragende, gemetselde gootlijst. De kopgevels - met in het midden een deur met halfrond bovenlicht en luiken op de verdiepingen, met aan weerszijden 4- en 6-ruits getoogde vensters - hebben een gemetseld, vanaf de hoekpilasters opklimmend tandfries en gesneden windveren ter beëindiging van de geveltop, die boven de hijsbalk bekroond wordt door een fioel; in de westelijke kopgevel twee gevelstenen met het opschrift: W. Mommers, 15 juni 1885.

Alle gevels zijn rijkelijk voorzien van sierlijk gesmede muurankers. Inwendig: de vloeren bestaan uit met delen gedekte, zware samengestelde balklagen, waarvan de moerbalken ondersteund worden door gietijzeren kolommen met sokkel, kapiteel en console ter ondersteuning van het voormalige aandrijfmechanisme; de vloer van de vierde bouwlaag is door middel van trekstangen opgehangen aan de zware houten kapspanten.

Deze "hoogbouw" is kenmerkend voor de eerste periode (ca 1860-ca 1900) van de (vrijwel) volledige mechanisatie van het fabricageproces, waarbij het gehele machinepark - doorgaans op de begane grond de natappretuur en de spinnerij, op de 1e verdieping de weverij, op de 2e (en e.v. 3e) verdieping de droogappretuur en e.v. de "selfactors", op de 3e verdieping (en zolder) de stopperij, nopperij en de magazijnen - via een overbrengingssysteem centraal werden aangedreven door stoomkracht.

- Het uit 1894 daterende, in schoon metselwerk opgetrokken, zeven vensterassen lange gebouw (II B; aanvankelijk smederij, later ververij en duivelhok) met verdieping onder met blauwe Hollandse pannen gedekt zadeldak tussen tuitgevels; lange gevels zijn geleed door middel van (hoek)pilasters, aan de bovenzijde verbonden door een uitkragende, gemetselde gootlijst; in de zuidgevel op de begane grond rondboog (T-) en secundaire rechtgesloten 20-ruits vensters en deur met halfrond bovenlicht, op de verdieping getoogde 6-ruits vensters en boven het midden een gemetselde dakkapel met hijsbalk en -luik; in de westgevel secundaire, rechtgesloten vensters; in de noordgevel op de begane grond lage getoogde en op de verdieping (sec.) rechtgesloten vensters; staafankers.

- Tegen de oostgevel van de "smederij" en in het verlengde ervan het uit 1915 daterende "wolmagazijn" (III); in schoon metselwerk opgetrokken, vlakgedekt gebouw met verdieping, voorzien van enige rechtgesloten vensters en deuren.

- In oorsprong uit ca. 1894 daterende "hoogbouw" (VI) van twee bouwlagen, die in 1950 van een vlakgedekte tweede verdieping voorzien werd en ook overigens sterk verbouwd werd, waarbij de architectuur aangepast werd aan die van de in opdracht van G. Droge, in strakke vormgeving uitgevoerde uitbreiding (IV) tegen de westgevel, welke uit 1940 dateert, drie bouwlagen telt, een betonskelet met gemetselde borstwering onder de stalen ramen met o.a. 6- en 36-ruits roedenverdeling heeft en - met uitzondering van de vlakgedekte voorbouw aan de westzijde - afgedekt is door twee sheddaken.

- Tegen de noordgevel van de "hoogbouw" een door de firma Pessers in 1910 gebouwde en in 1935 verbouwde fabriekshal (V) met stalen spanten en onder een zestal met eterniet golfplaten en glas gedekte sheddaken.

- Uit 1889 daterende, in schoon metselwerk opgetrokken voormalige fabrikantenwoning (VIII; het "kantoor") met verdieping onder met blauwe muldenpannen gedekt omlopend schilddak met "oeils de boeuf" (zuid- en westzijde) en dakkapellen (noord- en oostzijde); getoogde schuifvensters (T-vensters met 3-ruits bovenlicht) met hardstenen onderdorpels en aan de zuid- en westzijde natuurstenen sluit- en aanzetstenen in de strekken; aan de zuid- en westzijde hoekpilasters en een fries van tegels tussen twee gemetselde tandlijsten; tegen de oostgevel een aanbouw met verdieping onder met blauwe kruispannen gedekt zadeldak, voorzien van rechtgesloten vensters met roedenverdeling en van hijsluik en -balk in oostgevel.

- In opdracht van C. Mommers in 1877 gebouwde, later diverse keren vergrote, in schoon metselwerk opgetrokken weverij (IX; grote hal zonder verdieping) onder vier met blauwe Hollandse pannen en glas gedekte sheddaken tussen asymmetrische tuitgevels; volledige houten constructie, bestaande uit zware dekbalken, waarop de kapspanten staan, rustend op eikehouten kolommen met sleutelstuk en korbelen.

In 1885 in opdracht van C. Mommers gebouwd(e), in schoon metselwerk opgetrokken schoorsteen, stoommachinegebouw en ketelhuis (X); langgerekt GEBOUW met verdieping onder met Hollandse pannen gedekt zadeldak en met getoogde vensters; tegen de westgevel een vlakgedekte aanbouw zonder verdieping met lichtkapje op het dak en ernaast de hoge schoorsteen.

In circa 1890 gebouwd, in schoon metselwerk opgetrokken (zuidgevel gepleisterd) woonhuis (XI; oorspronkelijk vermoedelijk woonhuis van de fabrikantenfamilie Pessers) met verdieping onder met Hollandse pannen gedekt zadeldak; deels getoogde vensters (westgevel), deels rechtgesloten vensters in getoogde vensternissen; voorgevel (west) met hoekpilasters, risalerende voormalige ingangspartij met balcon op verdieping, fries van tegels als gevelbeeindiging en natuurstenen plint, onderdorpels, banden, sluit- en aanzetstenen in de strekken.

Vermoedelijk uit circa 1925 daterend, in opdracht van G. Droge gebouwd en in schoon metselwerk opgetrokken ketelhuis onder met pannen en glas gedekt mansardedak en aangrenzende (oostzijde) hoge schoorsteen met uitkragende bovenrand en n witte baksteen in de top gemetseld de letters G D.

Van hetgeen nog bewaard gebleven is, is het onderhavige fabriekscomplex - met name ook door de aanwezigheid van de bijbehorende fabrikantenwoningen, ketelhuizen, schoorstenen en andere bijgebouwen - het meest gave, complete en representatieve voorbeeld van de in de bouwwijze - de etagebouw representeert de periode der mechanisatie van het produktieproces; de sheddakenbouw en de hallenbouw representeren de periode der modernisatie en rationalisatie van het productieproces - tot uitdrukking komende ontwikkeling der Brabantse textielnijverheid in de tweede helft van de 19e en de 20e eeuw.

Als representant van een der eerste grootschalige en gemechaniseerde takken van onze nationale nijverheid is dit complex dan ook van nationaal belang uit een oogpunt van de geschiedenis der nijverheid en techniek.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Industrie Textielfabriek