Complexgegevens

Complexnummer
530549

Omschrijving

COMPLEX HISTORISCHE BUITENPLAATS WEERDESTEYN

Omschrijving complex: Ten westen van het dorp Langbroek en ca. 750 meter ten zuiden van de Langbroekerwetering gelegen historische buitenplaats, bestaande uit een van oorsprong Middeleeuwse woontoren op een min of meer rechthoekige ommuurde voorburcht met afgeronde hoeken, omgeven door een gedeeltelijk driedubbele omgrachting, met poortgebouw op aarden dam in de tweede binnengracht. Het ensemble is bereikbaar via de lange rechte oprijlaan, de Weerdesteijnselaan. Even ten oosten van de huisplaats is de boerderij gesitueerd met bijbehorende varkenstal en hooiberg. Laatstgenoemd ensemble is hier in 1876 opgetrokken ter vervanging van de toen afgebroken boerderij op de voorburcht. In 1333 wordt het huis Weerdesteyn voor het eerst vermeld. In de middeleeuwse kroniek van Johannes de Beka wordt vermeld dat bisschop Jan van Arkel in 1351 Weerdesteyn had "gecregen" en de toren korte tijd als residentie heeft gebruikt. Het complex Weerdesteyn is vanaf zijn stichting tot op heden in het bezit geweest van niet meer dan 4 families, alle katholiek. In 1425 wordt het complex door de familie Weerdesteyn- Van der Weteringe verkocht aan de familie Bouchout-Van Zuylen-Van Ijsselstein, die het in 1516 weer verkoopt aan Roelof Grauwert. In 1538 werd Weerdesteyn, dat tussen 1516 en 1730 in het bezit was van de familie Grauwert-Egmond van de Nijenburg, als ridderhofstad erkend. De aanleg van de voorburcht met gedeeltelijk driedubbele omgrachting met afgeronde hoeken kwam vermoedelijk tussen 1516 en 1538 tot stand en vertegenwoordigt een grote zeldzaamheidswaarde. In 1642 werd op de aarden dam in de tweede binnengracht het huidige poortgebouw opgetrokken met duivenslag op de zolderverdieping en met boven de poortdoorgang het wapen van de familie Grauwert. De huidige karakteristieke indeling van het terrein van de ridderhofstad rondom de gedeeltelijk driedubbele omgrachting in een fijnmazig stramien van rechthoekige open en beboste kavels waartussen waterlopen dateert waarschijnlijk uit de eerste helft van de 17de eeuw. Op een gewassen pentekening uit ca. 1665 is te zien dat tussen de woontoren en het poortgebouw een rechthoekig perceel met 4 velden met kruisvormig padenpatroon ertussen aanwezig was. De entree van de woontoren, die toen van kantelen was voorzien en bekroond werd door een schilddak, lag op de verdieping aan de ZO-zijde. In 1730 werd Weerdesteyn gekocht door Eduard Joseph Ram van Schalkwijk, bewoner van het naburige Rodestein. Hiermee raakte deze familie, die tijdens de Reformatie huis Schalkwijk was ontnomen, wederom in het bezit van een riddermatig goed. Wellicht werden onder zijn beheer de kantelen afgebroken en werd de kap vervangen door het huidige tentdak, zoals zichtbaar op de kopie van een tekening door Serrurier uit ca. 1730, en belegd met de huidige in aanzien lei-vormige daktegels, zo deze verandering niet al vòòr 1730 heeft plaatsgevonden. Na diens overlijden in 1775 kwam de ridderhofstad aan zijn drie dochters. Door huwelijk van de oudste dochter, Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk met Hendrik Jacob baron van Wijkerslooth, kwam het goed in het bezit van laatstgenoemde familie, die de buitenplaats tot op heden in eigendom heeft. In 1870-1871 liet C.C.A. baron de Wijkerslooth de Weerdesteijn de woontoren restaureren, waarbij het voegwerk werd vernieuwd. In het interieur werd de huidige trap aangebracht. In 1875 volgde een tweede verbouwing waarbij de voordien rechte ramen door boogramen werden vervangen. De oude toegangsdeur aan de ZO-zijde op de verdieping werd dichtgemetseld en werd vervangen door een boogdeur aan de NO-zijde. Rondom de kelderruimte werd in 1875-1876 een neogotische ombouw met kruisgewelven opgetrokken, die aan de noord- en NW-zijde rechthoekig werd uitgebouwd. In de ruimte van de ombouw ontstond aldus ruimte voor twee nieuwe vertrekken en een kleine hal aan de noordhoek. De uitbouw dient tevens als terras voor de toren, dat omgaande van een siersmeedijzeren neogotische balustrade werd afgesloten. Het dak van de toren verkreeg bij deze tweede verbouwing zijn ruime overstek met smeedijzeren gootklossen met op de hoeken een vierpasmotief. Deze uitvoering is karakteristiek voor de vorm van neogotiek die ook op andere buitenplaatsen van de Langbroekerwetering voorkomt. In de zelfde periode werd het eiland van de woontoren van de huidige bakstenen ommuring voorzien met getoogde toegangspoort. In 1875 werd even ten oosten van het omgrachtte complex de boerderij Weerdesteyn opgetrokken. In het jaar daarop werd de pal ten oosten van de toren gelegen boerderij afgebroken. Omstreeks deze tijd werden op het terrein diverse sierbomen geplant, zoals plataan en kastanje. De vermoedelijk 17de-eeuwse en oudere terreinstructuur en indeling van het park bleef tot op heden ongewijzigd. In de periode 2005-2006 is de woontoren gerestaureerd en wederom voor bewoning geschikt gemaakt.

Het complex historische buitenplaats Weerdesteyn bestaat uit de volgende samenstellende onderdelen: HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), POORTGEBOUW (3), MUREN MET POORT OM HET HUISEILAND (4), BOERDERIJ (5), KAPBERG (6)

Waardering Het COMPLEX HISTORISCHE BUITENPLAATS WEERDESTEYN is van algemeen belang

- vanwege zijn plaats in de reeks van buitenplaatsen langs de Langbroekerwetering;

- als zeer zeldzaam voorbeeld van een buitenplaats met 16de-eeuwse voorburcht met gedeeltelijk driedubbele omgrachting met afgeronde hoeken;

- als zeer zeldzaam voorbeeld van een buitenplaats waarbij de oorspronkelijke middeleeuwse woontoren niet door een verbouwing zijn hoedanigheid van woontoren heeft verloren;

- vanwege de karakteristieke waarschijnlijk 17de-eeuwse indeling van het terrein van de ridderhofstad in een fijnmazig stramien van rechthoekige open en beboste kavels waartussen waterlopen;

- vanwege de gaafheid;

- vanwege de sobere vormgeving van het complex, dat sinds 1876 geen wijzigingen meer heeft ondergaan.