Complexgegevens

Complexnummer
516289

Omschrijving

Inleiding

Fabriekscomplex bestaande uit een ZUIVELFABRIEK met jongere aangebouwde FABRIEKSGEBOUWEN, een DIRECTEURSWONING, een blok van drie FABRIEKSGEBOUWEN (kaaspakhuis, poederfabriek, condensfabriek), een FABRIEKSGEBOUW (karnemelk- en paplokaal), een KETELHUIS, een GARAGE en een KANTINE.

De zuivelfabriek werd opgericht in 1888-89 op initiatief van landbouwer C.G. Hoekstra (tevens directeur) in een Eclectische stijl en kreeg de naam `Zuivelfabriek "Grijpskerk" n.v. Kievit'. De aannemers waren M. Westra en Sepp en Co. De fabriek bestond uit een ketel- en machinekamer, een karn- en ontromingslokaal, een koelkamer, een boter- en pekelkelder. Boven de fabriek bevond zich de directeurswoning en aan de achterzijde een aangebouwd kaaspakhuis met ijshuis. Het bedrijf werd in de loop der tijd menigmaal uitgebreid.

De fabriek zelf werd in 1893 uitgebreid met een ijs- en kaaspakhuis. In 1917 werd de fabriek opnieuw verbouwd en vergroot. In 1930 werd aan de rechterzijde een karn- en centrifugelokaal aangebouwd door de architecten G. en W. Wierenga uit Coevorden. Tevens werd in deze tijd het bordes vernieuwd. In 1950 werd door de gebroeders Wierenga aan de linkerzijde een fabrieksgebouw voor de melk en kaasafdeling gebouwd, dat middels een vernieuwde hals wordt verbonden met de zuivelfabriek. De hals komt wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.

Toen J. D. Boersema in 1903 directeur werd, ontwierp K. Siekman uit Zuidhorn in 1909 voor hem een directeurswoning in Overgangsarchitectuur aan de linkerzijde van de fabriek. De serre werd later aangebouwd en in 1953 werden dakkapellen op het dak geplaatst.

In 1908 werden tegenover de fabriek drie woningen gebouwd voor het hoofdpersoneel; deze zijn echter in 1994 afgebroken.

In 1927 werd aan de achterzijde van de fabriek een kaaspakhuis gebouwd, ontworpen en uitgevoerd door het technisch bureau F.N.Z. (ir. H. de Kruijff J. zn, architect G. Engelfriet). In 1937 werd op dit pakhuis een extra verdieping gezet door de architecten G. en W. Wierenga. In 1930 werd aan de rechterzijde een condensfabriek gebouwd. De ruimte tussen kaaspakhuis en condensfabriek werd in 1934 opgevuld door de bouw van een poederfabriek. Alle drie gebouwen zijn opgetrokken in een functionele baksteen-architectuur.

In 1930 werd aan de achterzijde van dit blok een karnemelkgebouwtje (karnemelk- en paplokaal) in functionele baksteen-architectuur opgetrokken door de gebroeders Wierenga. Aan de achterzijde bevindt zich een nieuwe houten aanbouw, die wegens te geringe ouderdom buiten de bescherming valt.

Het ketelhuis, gelegen aan de rechterzijde van het blok, stamt uit 1938 (G. en W. Wierenga, functionele baksteen-architectuur) en werd in 1950 verbouwd. Aan de rechterzijde bevindt zich een nieuwe aanbouw die buiten de bescherming valt.

In 1941 werd geheel links aan de achterzijde van het perceel een garage gezet, wederom naar een ontwerp van de gebroeders Wierenga in een functionele baksteen-architectuur. De trafo aan de rechterzijde van de garage stamt uit omstreeks 1955 en komt wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.

Het laatste gebouw dat voor bescherming in aanmerking komt is de kantine(schaftlokaal), gelegen helemaal rechts aan de achterzijde van het terrein, die in 1950 werd ontworpen door G. en W. Wierenga in een Functionalistische bouwtrant.

In 1969 werd de fabriek buiten bedrijf gesteld en al snel werd de hoge schoorsteen (1978/79) afgebroken. Tegenwoordig is het complex in gebruik als bedrijfsverzamelgebouw.

Het fabriekscomplex is beeldbepalend gelegen op een groot rechthoekig terrein aan de Kievitsweg, een uitvalsweg aan de noordzijde van Grijpskerk. Aan de rechterzijde van het terrein loopt het Zuiderried. Toen de fabriek nog in bedrijf was werd hieraan water onttrokken voor de koeling. De ruimtelijke structuur heeft zich in de loop der tijd organisch verdicht. Door deze verdichting zijn er zogenaamde `fabrieksstraatjes' ontstaan.

Waardering

Fabriekscomplex bestaande uit een zuivelfabriek met jongere aangebouwde fabrieksgebouwen, een directeurswoning, een blok van drie fabrieksgebouwen (kaaspakhuis, poederfabriek, condensfabriek), een fabrieksgebouw (karnemelk- en paplokaal), een ketelhuis, een garage en een kantine van algemeen belang vanwege stedenbouwkundige, architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een zuivelfabriekcomplex uit het einde van de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw in de provincie Groningen

- vanwege de opvallende vormgeving en detaillering van de complexonderdelen

- vanwege de redelijk hoge mate van gaafheid van het complex en de samenstellende onderdelen

- vanwege de aanwezigheid van fabrieksstraatjes

- vanwege de zeldzaamheidswaarde van een zuivelfabriekcomplex in de provincie Groningen

- als herinnering aan de zuivelindustrie die aan het einde van de negentiende eeuw in Nederland opkwam

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de Kievitsweg.